Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2024 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2023.
Gemeenten staan, met het 'ravijnjaar 2026' voor de deur, voor een steeds grotere uitdaging om de begroting sluitend te krijgen. De kosten om de stad sociaal en fysiek te onderhouden nemen toe. Om de toenemende kosten te dekken en de begroting te laten sluiten, zal de opbrengst van de onroerende zaakbelasting (ozb) worden verhoogd.
Op dit moment kunnen gemeenten de ozb jaarlijks vrij verhogen. De nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB gaat de jaarlijkse stijging van de ozb echter aan banden leggen. Dat staat in het hoofdlijnenakkoord. Het is dit moment nog onbekend wanneer de maximering ingaat en wat de maximale stijging zal zijn. In deze begroting wordt uitgegaan van de gebruikelijke verhoging van 2,8% conform de kadernota, maar een hogere verhoging kan niet worden uitgesloten. Deze optie zal worden meegenomen en afgewogen bij de andere voorstellen om te komen tot een structureel sluitend meerjarenperspectief.