Beleidsindicatoren
Naast de uniforme taakvelden wordt in het herziene BBV voorgeschreven dat gemeenten een basisset van beleidsindicatoren per programma hanteren voor de begroting en de verantwoordingsstukken. De intentie is om, naast de eigen (top-) indicatoren, meer nadruk te leggen op outcome indicatoren, waarmee raadsleden kunnen sturen op maatschappelijke effecten.
Maassluis | Nederland | Informatie indicator | |||||
Indicator | 2021 | 2022 | 2023 | 2021 | 2022 | 2023 | Bron |
Winkeldiefstal per 1.000 inwoners | 1,2 | 1,8 | 2,4 | 1,8 | 2,3 | 2,5 | CBS - Geregistreerde criminaliteit & Diefstallen |
Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners. | |||||||
Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners | 4,3 | 4,2 | 4,0 | 4,3 | 4,6 | 4,3 | CBS - Geregistreerde criminaliteit & Diefstallen |
Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). | |||||||
Diefstal uit woning per 1.000 inwoners | 1,3 | 1,9 | 0,8 | 1,3 | 1,4 | 1,3 | CBS - Geregistreerde criminaliteit & Diefstallen |
Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners. | |||||||
Vernieling en beschadiging (in openbare ruimte) per 1.000 inwoners | 4,8 | 4,2 | 4,7 | 6,0 | 6,0 | 5,8 | CBS - Geregistreerde criminaliteit & Diefstallen |
Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners. | |||||||
Verwijzingen Halt | 4 | 8 | 5 | 8 | 8 | 9 | Stichting Halt |
Het aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 tot 18 jaar. | |||||||
Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) | 1,7% | 1,7% | 1,7% | 1,9% | 1,9% | 2,4% | DUO/ Ingrado |
Vsv'ers zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het vsv-percentage staat voor het aantal vsv'ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers die aan het begin van het schooljaar ingeschreven staan. | |||||||
Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen | 1,1 | 5,9 | 12,5 | 2,7 | 4,2 | 6,3 | DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs |
Het aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren dat absoluut verzuimer is (geweest) gedurende het schooljaar: de jongere is niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling en beschikt niet over een vrijstelling. | |||||||
Relatief verzuim per 1.000 leerlingen | 14 | 14 | 26 | 20 | 24 | 27 | DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs |
Het relatieve aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren zonder vrijstelling dat langer dan vier opeenvolgende weken niet ingeschreven was op school. | |||||||
Nieuw gebouwde woningen | 35,5 | 12,5 | 12,5 | 8,9 | 9,3 | 9,3 | ABF - Systeem Woningvoorraad |
Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen. | |||||||
Vestigingen van bedrijven | 115,0 | 124,2 | 134,2 | 165,1 | 174,1 | 181,8 | LISA |
Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | |||||||
Functiemenging | 35,1 | 35,4 | 36,6 | 53,3 | 53,8 | 54,2 | LISA |
De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. | |||||||
Banen | 408,2 | 423,8 | 428,0 | 805,5 | 825.4 | 836,6 | LISA |
Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar. | |||||||
Netto arbeidsparticipatie | 69,0 | 71,1 | 71,9 | 70,4 | 72,2 | 73,1 | CBS - Arbeidsdeelname |
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking. | |||||||
Omvang huishoudelijk restafval | 274 | 266 | - | 164 | 148 | - | CBS - Statistiek Huishoudelijk afval |
De hoeveelheid restafval per bewoner per jaar (kg) | |||||||
Hernieuwbare elektriciteit | 8,9% | 15,3 | - | 33,2% | 41,3 | - | RWS-Klimaatmonitor |
Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. | |||||||
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo per 10.000 inwoners | 740 | 770 | 760 | 649 | 700 | 700 | CBS - Monitor Sociaal Domein Wmo |
Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 137 deelnemende gemeenten. | |||||||
Jongeren met jeugdhulp | 7,6%* | 6,5%* | 6,3%* | 13,2% | 13,2% | 13,5% | CBS - Beleidsinformatie Jeugd |
* Er is twijfel over de betrouwbaarheid van de genoemde cijfers; het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. | |||||||
Jongeren met jeugdbescherming | 1,2% | 1,0% | 1,0% | 1,1% | 1,2% | 1,1%* | CBS - Beleidsinformatie Jeugd |
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. | |||||||
Jongeren met jeugdreclassering | 0,5% | 0,5%* | 0,5%* | 0,3% | 0,3% | 0,3%* | CBS - Beleidsinformatie Jeugd |
Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). | |||||||
Demografische druk | 80,5 | 81,3 | 81,3 | 70,1 | 70,3 | 70,3 | CBS - Bevolkingsstatistiek |
De som van het aantal personen van 0 tot 15 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding (%) tot de personen van 15 tot 65 jaar. | |||||||
Bijstandsuitkeringen | 452,4 | 404,4 | 378,1 | 431,2 | 366,7 | 344,8 | CBS - Participatiewet |
Het aantal personen (inw. 18 jr en ouder) met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners. | |||||||
Lopende re-integratievoorzieningen | 181,1 | 163,4 | 163,7 | 197,7 | 197,7 | 191,5 | CBS - Participatiewet |
Het aantal lopende re-integratievoorzieningen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar | |||||||
Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin | 9% | 7% | - | 6% | 6% | - | CBS Jeugd |
Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. | |||||||
Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren | 1% | 1% | - | 2% | 1% | - | Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel |
Het percentage werkloze jongeren (16-22 jaar). | |||||||
% Niet-sporters | - | 51,3 | - | - | 46,4 | - | Gezondheidsmonitor volwassenen (en ouderen), GGD’en, CBS en RIVM |
Het percentage niet-wekelijks sporters ten opzichte van bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. | |||||||
Woonlasten éénpersoonshuishouden | 849 | 934 | 965 | 733 | 823 | 860 | COELO, Groningen |
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuishouden (eigenaar woning) betaalt aan woonlasten. | |||||||
Woonlasten meerpersoonshuishouden | 908 | 992 | 1.026 | 810 | 905 | 942 | COELO, Groningen |
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden (eigenaar woning) betaalt aan woonlasten. | |||||||
WOZ-waarde woningen | 245 | 266 | 304 | 290 | 317 | 368 | CBS - Statistiek Waarde Onroerende Zaken |
De gemiddelde WOZ waarde van woningen, in duizend euro | |||||||
Formatie | 7,61 | 7,76 | 7,71 | - | - | - | Eigen gegevens |
Fte per 1.000 inwoners | |||||||
% Externe inhuur | 22,63 | 25,75 | 31,39 | - | - | - | Eigen gegevens |
Kosten inhuur externen als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | |||||||
% Overhead | 9,84 | 9,17 | 9,76 | - | - | - | Eigen gegevens |
% van totale lasten | |||||||
Bezetting | 6,74 | 6,91 | 6,88 | - | - | - | Eigen gegevens |
Fte per 1.000 inwoners | |||||||
Apparaatskosten | 611 | 615,32 | 645,27 | - | - | - | Eigen gegevens |
Kosten per inwoner |